Gaby Sadowski, strategisch adviseur bij de gemeente Eindhoven, is bijna een ambassadeur voor Open Data in Nederland. Ze is overtuigd van de meerwaarde voor gemeente, voor bedrijfsleven en bovenal de samenleving.
Er zijn nog een hoop gemeenten die huiverig zijn om aan de slag te gaan met open data. Dat is jammer. We kunnen juist door samen op te trekken, veel van elkaar leren. Op veel congressen kom je nu nog vaak dezelfde gemeenten tegen, dezelfde voorlopers die elkaar vertellen wat voor mooie projecten ze allemaal hebben. Daar heb je niet zoveel aan. Het is juist goed om nieuwkomers tegen te komen, zij stellen vragen waar wij ook weer van leren. Kijk, het lijkt misschien of we in Eindhoven al heel ver zijn, maar we zijn ook nog maar een paar jaar bezig en daar is een hele weg aan vooraf gegaan. Met vallen en opstaan.
Zijn er niet te veel hoge verwachtingen omtrent hoge data?
Nee, dat geloof ik niet. De mogelijkheden zijn groot. In het begin was misschien sprake van een hype, maar nu begint het te settelen. Het gaat niet om het snelle geld. Maar als gemeente kun je er niet meer om heen. Open data, sensoren zijn al overal. Vaak zonder dat we het weten. Zo kunnen we nu met de data bijvoorbeeld voorspellen wanneer een lantaarnpaal stuk gaat en kunnen deze vervangen voor dat mensen gaan klagen. Ik ben erg ook onder de indruk van de open finance initiatieven, zodat je kunt zien waar de overheid precies het geld aan uit geeft. Waardevol. Ik zag pas ook in Azië een toepassing waarbij fraude werd opgespoord.
Maar belangrijk is dat binnen de gemeente er sprake is van een omslag, ook in de bedrijfsvoering. Dat kost tijd. Soms voel je je als roepende in de woestijn. Het is lastig, we hebben het vaak over nieuwe technologieën, niet bij uitstek de expertise van een gemeente. Er zijn consultants genoeg die je allerlei systemen aan kunnen raden, maar dat is ook spannend. Je wilt niet het verkeerde systeem aanschaffen. Daarom is het zo belangrijk dat we als gemeenten bij elkaar advies in kunnen winnen.
Je bent er niet door alle beschikbare data in een bak te gooien. Je moet wel de juiste vraag formuleren. Wat wil je oplossen? Wat wil je weten? Dat is misschien wel de allerlastigste opgave. We hebben als gemeente al een aantal keren hackatons georganiseerd en dat was een waardevolle hulp. Zo wilden we bijvoorbeeld wat met de speeltuinen en welke speeltoestellen vervangen moeten worden. Voor de betrokken afdeling leek open data hierbij in eerste instantie een stap te ver. Later realiseerde ze zich dat toch wel handig kan zijn, wanneer sensoren in zo’n speeltuin hangen die aangeven wanneer een wipkip vervangen moeten worden.
Hoe zit het met de interesse van het bedrijfsleven?
Die interesse is zeker. De meerwaarde van de opendata groeit wanneer we data met elkaar gaan delen. Ook met het bedrijfsleven. Denk aan de telecombedrijven. Wanneer we dankzij hen weten dat op een bepaald tijdstip in de binnenstad vooral vrouwen lopen, dan kan daar ook ingespeeld worden met bijvoorbeeld korting op schoenen. Wanneer we de informatie verrijken dan wordt het pas echt interessant.
Bedrijven als Bol.com en Albert Heijn met de bonuskaart gebruiken dit soort technieken natuurlijk al veel langer. Daar kunnen wij als gemeenten nog van leren. Hoe beter we onze burger kennen en weten wat hij gaat doen, hoe beter we kunnen helpen.
Raad?
Gemeenten die nog aan het begin staan zou ik in ieder geval aanraden om naar ons congres te komen. We willen daar juist mensen inspireren. Met elkaar in contact brengen. Dat is ook de reden dat we dit congres organiseren. Naast inspirerende verhalen is het ook echt de bedoeling dat mensen in sessies actief mee doen. Er lopen ook stewards rond die mensen met elkaar in contact gaan brengen.
Gemeenten die nog aan het begin staan moeten ook echt zelf op mensen af te stappen. Vraag om hulp. Het is niet nodig om het wiel opnieuw uit te vinden. Ze kunnen naar gemeenten als Eindhoven komen en dan niet voor een hoogdravend successtory, maar gewoon voor een reëel verhaal. Je hoeft een klein dorp niet vol te hangen met sensoren, maar er zijn vast wel andere interessante toepassingen.
Zo kwam ik pas een kleine gemeente tegen op een ICT-congres in Amsterdam. Voor hen was de opendata echt heel ver van hun bed, ze maakten zich meer zorgen over de varkensstallen en stankcirkels. Problemen waarbij open data bij kunnen helpen. Heel praktisch. Kijk, boeren gebruiken al jaren data in de schuur, hangen sensoren onder een koe. Zij weten precies als ze zoveel voedsel geven, hoeveel melk er dan uit komt. Gewoon boerenverstand. Zo is open data ook een instrument, net als een maatbeker om een cake te bakken.